Schoolcounselling
Praktijk Carpe Diem
Wat doet een schoolcounsellor?
Naast de begeleiding bij studie- en beroepskeuze kunnen leerlingen ook begeleiding krijgen bij persoonlijke problemen. De schoolcounsellor kan de mentor ondersteunen bij de persoonlijke begeleiding van leerlingen met problemen, die van velerlei aard kunnen zijn en die hun prestaties, het gedrag thuis en op school beïnvloeden. De moeilijkheden kunnen te maken hebben met het omgaan met anderen o.a. ouders, leeftijdgenoten, leerkrachten en met zichzelf.
De begeleiding van de schoolcounsellor is er op gericht de leerlingen een beter inzicht te geven in hun situatie, de rol die ze daarin spelen en de mogelijkheden die ze hebben om keuzes te maken en veranderingen aan te brengen. Leerlingen met moeilijkheden kunnen door de docenten en ouders naar de schoolcounsellor verwezen worden, maar ze kunnen ook zelf het initiatief nemen.Geen enkele counsellorrelatie kan opgedrongen worden; het is de leerling(e) die de relatie met de counsellor wil aangaan. De gesprekken die tussen counsellor en leerling(e) plaats vinden zijn vertrouwelijk. Indien het voor de leerling(e) van belang is, kan in overleg informatie verstrekt worden aan de ouders en/of docenten. Ouders kunnen in bepaalde gevallen bij de hulpverlening betrokken worden. Ook is het mogelijk dat leerlingen verwezen worden naar andere vormen van hulpverlening buiten de school.De taak van de schoolcounsellor kan informatief, hulpverlenend of verwijzend zijn.
Wanneer schoolcounselling?
Voorbeelden van onderwerpen waarover leerlingen het zouden kunnen hebben zijn:
• Ik word gepest, wat nu?
• Mijn ouders zijn gescheiden, waar moet ik nu wonen,
• Ik leer zo hard en toch haal ik voortdurend onvoldoendes,
• Ik voel me de laatste tijd zo rot,
• Ik ben verliefd op een lera(a)r(es),
• Meisjes/ Jongens moeten me niet, mijn klasgenoten komen nooit bij me langs, mijn cijfers zijn altijd te laag, Ik ben hartstikke mislukt,
• Ik ben een meisje, ik houd alleen van meisjes,
• Ik ben een jongen en ik val op jongens,
• Ik heb telkens hoofdpijn voor een proefwerk,
• Ik kan niet slapen
• Als ik de volgende dag (dagen) een proefwerk/ een spreekbeurt/ een optreden heb, dan…,
• Ik word gek van mijn ouders, . . .
• Ik hou van mijn vader maar ik merk nu dat hij heel vaak niet eerlijk is,
• Ik durf niet meer naar school want . . .
• Ik moet altijd voor het huishouden zorgen, ik kom niet aan mijn huiswerk toe,
• Als ik met mijn huiswerk bezig ben en ‘t lukt niet wordt ik vaak opeens zo boos, (zodat mijn ouders gek van me worden)
• Ik weet niet wat ik wil,
• Ik heb geen vrienden,
• Ik zie er niet uit, (rood hoofd, te dik, te mager, te lang, verkeerde kleren, enz. enz.)
• Ik durf in een groep nooit te zeggen wat ik denk,
• Ik kom nooit aan mijn huiswerk toe, ik wil wel, maar ik ga toch altijd weer iets anders doen,
• Ik durf nooit naar feestjes / de disco, Wat moet ik daar zeggen?
• Mijn vriendje wil meer dan ik.